Wat is hielspoor en hoe krijg je hielspoor weg?
Wat is hielspoor? Hielspoor, ook bekend als calcaneëusspoor of plantar fasciitis, is een veelvoorkomende oorzaak van hielpijn. Het ontstaat door een verkalking van het hielbeen (calcaneus) en de groei van een botuitsteeksel aan de onderkant van de hiel. Dit botuitsteeksel kan druk uitoefenen op omliggende weefsels en zenuwen, wat resulteert in pijn en ontsteking.
Volg Supergezond op Facebook en Pinterest!
Hielspoor oorzaken
Hielspoor wordt vaak veroorzaakt door overbelasting van de voet, wat kan leiden tot kleine scheurtjes in de peesplaat (plantar fascia) die zich aan het hielbeen hecht. Factoren die kunnen bijdragen aan deze overbelasting zijn onder andere:
- Langdurig staan of lopen op harde oppervlakken.
- Overgewicht.
- Onjuiste of versleten schoenen.
- Overmatige fysieke activiteiten, zoals hardlopen.
- Een onjuiste looptechniek.
- Platvoeten of een hoge voetboog.
Hielspoor symptomen
Hoe weet je of je hielspoor hebt? De belangrijkste symptomen van hielspoor zijn:
- Pijn aan de onderkant van de hiel, vooral ’s ochtends of na een periode van rust.
- Stijfheid en gevoeligheid in de hiel.
- Gevoel van een scherpe, stekende pijn bij het neerzetten van de voet.
- Mogelijke zwelling en roodheid rond de hiel.
Hielspoor behandeling
Er zijn verschillende behandelingen om hielspoor te verlichten en de pijn te verminderen. Hieronder volgen enkele effectieve methoden:
1. Rust en ijs
Het is belangrijk om de voet rust te geven en te vermijden dat je langdurig staat of loopt. Het aanbrengen van ijs op de pijnlijke plek kan helpen om de ontsteking en zwelling te verminderen.
2. Hielspoor oefeningen
Rek- en strekoefeningen voor de kuitspieren en de peesplaat kunnen de spanning op de hiel verminderen. Oefeningen zoals het rekken van de achillespees, het rollen van de voet over een fles of tennisbal en het strekken van de voetboog kunnen nuttig zijn.
3. Schoenen en inlegzolen
Zorg voor goed ondersteunende schoenen met voldoende demping en een goede pasvorm. Orthopedische inlegzolen of gelkussentjes kunnen helpen om de druk op de hiel te verminderen en de pijn te verlichten.
4. Hielspoor medicatie
Ontstekingsremmende medicijnen, zoals ibuprofen of naproxen, kunnen helpen om de pijn en ontsteking te verminderen. Het is echter belangrijk om deze medicijnen niet langdurig te gebruiken zonder overleg met een arts.
5. Fysiotherapie
Een fysiotherapeut kan een behandelplan opstellen met specifieke oefeningen en technieken om de pijn te verlichten en de voetspieren te versterken. Dit kan onder andere massagetherapie, ultrasoundtherapie en taping omvatten.
6. Nachtspalken
Nachtspalken kunnen worden gedragen om de voetboog en de achillespees tijdens de slaap in een gerekte positie te houden. Dit kan helpen om de ochtendpijn te verminderen.
7. Injecties
In sommige gevallen kan een arts corticosteroïdeninjecties aanbevelen om de ontsteking en pijn te verlichten. Deze injecties mogen echter niet te vaak worden toegediend, omdat ze bijwerkingen kunnen hebben.
8. Chirurgie
In ernstige gevallen, wanneer andere behandelingen geen verlichting bieden, kan een operatie noodzakelijk zijn om het botuitsteeksel te verwijderen. Chirurgie wordt echter meestal als laatste redmiddel beschouwd.
Hielspoor voorkomen
Om hielspoor te voorkomen, is het belangrijk om de voeten goed te verzorgen en overbelasting te vermijden. Enkele preventieve maatregelen zijn:
- Draag altijd goed passende, ondersteunende schoenen met voldoende demping.
- Vermijd langdurig staan of lopen op harde oppervlakken.
- Houd een gezond gewicht aan om de druk op de voeten te verminderen.
- Doe regelmatig rek- en strekoefeningen om de voetspieren en pezen soepel en sterk te houden.
Door deze maatregelen in acht te nemen en tijdig in te grijpen bij de eerste tekenen van hielspoor, kan de kans op ernstige pijn en ongemakken aanzienlijk worden verminderd. Het is altijd raadzaam om bij aanhoudende klachten een arts te raadplegen voor een juiste diagnose en behandelplan.
Lees ook:
Wat te doen bij extreem droge voeten en droge hielen?
Hielkloven: oorzaken, behandeling én preventie
